Laodicea vandaag,

Het rommelde behoorlijk de afgelopen twee weken op het Nederlandse kerkelijk erf . Eerst kregen we te horen dat maar liefst 60.000 leden, 59.837 om precies te zijn, de PKN vooral door uitschrijving hadden verlaten. Er stond in het bericht op de EO-website droogjes bij: ‘De laatste jaren verloor de Protestantse Kerk jaarlijks tussen de 50.000 en de 55.000 mensen.’[1] Daarvan zullen maar een luttel aantal een andere denominatie gevonden hebben. En hoewel die afkalving rondom ons duidelijk zichtbaar is, schrikken we er toch van. Moeten we dan ook niet allemaal denken aan wat Paulus schreef aan de gemeente te Tessaloniki met betrekking tot de komst van onze Here Jezus: ‘Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook (alsof de dag des Heren reeds aanbrak), want eerst moet de afval komen’ (2Tes.2:2,3)! Zijn er nog christenen die dit niet als een teken van de tijd beschouwen? Laten ze dan gauw hun Bijbel pakken en onderzoeken wat Gods Woord ons hieromtrent meedeelt. Want Jezus staat blijkbaar te komen en ‘gij, broeders (en zusters), zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou’ (1Tes.5:4). Maranatha!

Vervolgens verscheen deze week een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de kerkelijkheid van Nederlanders. Daar kon je, op een enkel punt na, ook niet vrolijk van worden. ‘Weliswaar is iets minder dan een derde (31 procent) van alle Nederlanders nog lid van een kerk, maar een minderheid (18 procent) bezoekt daadwerkelijk kerkelijke bijeenkomsten. Voor kerkgang is steeds meer gaan gelden: men gaat regelmatig of men gaat nooit,’ aldus het rapport. En ook konden we lezen dat het vertrouwen van Nederlanders in de kerk in de laatste 20 jaar nog niet zo laag geweest was als nu. Nu hoeft men in het instituut weinig vertrouwen te hebben, maar de kerk, voor ons de Una Sancta bestaande uit alle gelovigen van alle tijden, richt haar vertrouwen op de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Geloof en vertrouwen zijn zowel in het Hebreeuws als het Grieks hetzelfde. Dat het vertrouwen alsmaar afneemt, wijst erop dat we God niet meer vertrouwen en dat is een zeer ernstige zaak. Asaf leert in Ps.78 waarom het belangrijk is dat ouders hun kinderen voorlichten over God: ‘opdat het volgende geslacht die zou kennen, de kinderen, die geboren zouden worden, dat zij zouden opstaan om ze te vertellen aan hun kinderen: opdat die hun vertrouwen op God zouden stellen, en Gods werken niet vergeten maar zijn geboden bewaren; en niet worden gelijk hun vaderen, een weerbarstig en weerspannig geslacht, een geslacht, onstandvastig van hart, en welks geest niet trouw was jegens God.’ Wat lezen we in het rapport? ‘Christelijke jongeren vertonen een opmerkelijke afwijking bij de rest van Nederland. De ontkerkelijking en de afbrokkeling van het traditionele christelijke geloof zet steeds verder door. Elke nieuwe generatie zegt het christelijk geloof minder. Op dit moment heeft de helft van de jongeren onder de dertig geen enkele band meer met de kerk.’

Er zijn toch twee positieve dingen op te merken. De eerste is dat kerkelijke jongeren zich vaker dan hun ouders beschouwen als een gelovig of religieus mens. Ze zien een sterk geloof als belangrijkste waarde in het leven en geloven zonder twijfel in God. Deze orthodoxe christenjongeren worden dan wel weer aangeduid als ‘neofundamentalist’. Lijkt ons een geuzennaam! Een link naar een vrolijk stemmend gesprek van zulke jongeren bij Pauw en Witteman is www.cip.nl/artikel/41866/Christenjongeren-in-Pauw-&-Witteman. Dan blijkt dat van de regelmatige kerkgangers de helft wel eens vrijwilligerswerk doet. Er is geen instituut waarvan zovelen de naasten ter hulpe zijn. De christelijke opdracht om de naaste lief te hebben, komt zo wel tot uiting. Die opdracht, zo fraai verwoord in Ef.5:1,2: ‘Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.’ Dat dit velen bovendien tot een levensreuk ten leven mag zijn (2Kor.2: 16).

 


[1] Ook werd bekend dat de Schotse Kerk rond de 50.000 gelovigen was kwijtgeraakt, de laatste jaren.