Laodicea vandaag,

Zomaar een berichtje. Schoolkinderen hielpen mee om 11.000 euro op te halen voor een kindertehuis in Oekraïne, waar men een nieuwe keuken nodig heeft. Hoe? Door pepermunt te verkopen in vooral Veenendaal en omstreken. Dat lijkt een goede plaats om het kerksnoepje bij uitstek kwijt te raken aan welwillende bewoners. De hervormde gemeente waarvan dit initiatief uitging, waar ook nog een collecte werd gehouden, heeft weer voldaan aan de opdracht tot naastenliefde die christenen is opgedragen. De 75 meiden van het kindertehuis, sommigen met een beperking, kregen weer nieuwe kansen om gezond op te groeien. Een mooi werk!

Christenen kopen vaker duurzame of eerlijke producten dan niet-christenen en geven meer geld aan goede doelen, blijkt uit onderzoek. Onder hen blijkt barmhartigheid het belangrijkste motief om aan goede doelen te geven. Van oudsher zijn de zeven werken der barmhartigheid bekend:

  1. De hongerigen spijzen
  2. De dorstigen laven
  3. De naakten kleden
  4. De vreemdelingen herbergen
  5. De zieken verzorgen
  6. De gevangenen bezoeken
  7. De doden begraven (zeker in de Middeleeuwen toen deze werken werden geformuleerd, hard nodig)

De meeste zijn ontleend aan wat Christus leert in Mat.25:35,36. Maar er zijn ook zeven werken van geestelijke barmhartigheid:

  1. De zondaars vermanen
  2. De onwetenden onderrichten
  3. Voor de levenden en overledenen bidden
  4. In moeilijkheden goede raad geven
  5. De bedroefden troosten
  6. Het onrecht geduldig lijden
  7. Beledigingen vergeven

Door deze werken te verrichten voldoet de christen ook aan het ‘zoutend zout’ en ‘lichtend licht’ zijn in deze wereld. Als we ons concentreren op het zout der aarde zijn (Mat.5:13), betekent dit dat christenen door hun woorden en werken bederfwerend zouden moeten zijn, net zoals zout in voedsel het bederf tegenhoudt. Als we rondom zien, is dat hard nodig, waar hoe langer hoe meer de Bijbelse normen en waarden aan het verdwijnen zijn en christenen tot een hoe langer hoe kleinere minderheid behoren.

Zout geeft ook smaak aan voedsel. Kunnen wij met onze geestelijke bagage de mensen rondom ons helpen hun lasten te dragen? Zo ja, dan gaat er een goede reuk van ons uit ten leven, of zoals apostel Paulus het verwoordt: ‘God zij gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren en de reuk van zijn kennis allerwegen door ons verspreidt, want wij zijn voor God een geur van Christus onder hen, die gered worden’ (2Kor.2:14,15a).

Beseffen we onze verantwoordelijkheid? Wij kunnen door ons gedrag mensen zich laten redden van een eeuwige dood, omdat ze in aanraking komen met Hem, Die voor ons het grote Voorbeeld is. ‘Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen’ (Mar.10:45). De naaste dienen is barmhartigheid betrachten, waar Jacobus over schrijft: ‘Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem, die geen barmhartigheid bewezen heeft; barmhartigheid echter roemt tegen het oordeel’(Jac.2:13). Hij vervolgt dan met de redenen waarom iemand die gelooft ook werken moet verrichten: ‘Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood’ (vs.17). De Heer is ons daarin voorgegaan. ‘Wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk’ (Ef.5:2). Hij is de Liefde Zelf. Van Hem ontvangen we de kracht, want zonder Hem kunnen we niets doen´ (Joh.15:5).