Laodicea vandaag,

‘Kinderkens, wacht u voor de afgoden,’ is de laatste zin van de eerste brief van Johannes. Deze opmerking komt in gedachten als men op nu.nl de volgende zinnen leest: ‘IJsland gaat voor het eerst sinds de Vikingtijd weer een tempel voor Vikinggoden bouwen. Ook hedendaagse IJslanders zouden zich tot de goden Thor, Odin of Freya willen kunnen richten.’ [1] Uit het bericht blijkt dat een moderne versie van dit heidendom weer populair aan het worden is op het eiland dat zo’n 1000 jaar geleden gekerstend werd. Ook elders in Europa merken we dat heidense rituelen opgang vinden. Volken die hun God verliezen zijn gedoemd terug te vallen in het heidendom, dat vele verschijningsvormen kent. Petrus is duidelijk over degenen die de rechte weg verlieten in 2 Petr.2:15-22 en concludeert aan het einde: ‘Het zou immers beter voor hen geweest zijn, geen kennis verkregen te hebben van de weg der gerechtigheid, dan met die kennis zich af te keren van het heilige gebod dat hun overgeleverd is. Hun is overkomen, wat een waar spreekwoord zegt: Een hond, die teruggekeerd is naar zijn uitbraaksel, of: een gewassen zeug naar de modderpoel.’
Weliswaar zegt hogepriester Hilmar Orn Hilmarsson van Asatruarfelagid, de vereniging die het geloof in IJsland vertegenwoordigt, dat hij niet denkt dat men gelooft in een eenogige man die een paard met acht voeten berijdt, maar het is natuurlijk een teken aan de wand dat waar zoveel verwarring bestaat als het gaat om spirituele zaken men toch teruggrijpt op aloude gebruiken en gedachten. De God van de Bijbel heeft afgedaan.

De apostel Paulus schrijft de Korintiërs: ‘Wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Een’ (1Kor.8:4). Desondanks komt in de Bijbel dit woord in enkel- of meervoud meer dan 80 keer voor. Vaak gaat het dan om stoffelijke afgoden, gemaakt van steen, hout of edelmetaal. Hab.2:18 is er duidelijk over: ‘Wat baat het gesneden beeld, daar zijn maker het gehouwen heeft; het gegoten beeld, dat een leugenleraar is, dat de maker op zijn maaksel vertrouwt, terwijl het stomme afgoden zijn, die hij maakt?’ Je hebt er niets aan en komt vaak van de regen in de drup.
We kunnen de afgoden en de afgodsbeeldjes (terafim) ook geestelijk toepassen. Een afgod is voor een persoon iets of iemand dat of die belangrijker is dan God. De mens leeft in een gebroken situatie, in een wereld die door de zondeval vervloekt is, waar vruchteloosheid heerst en alles ijdelheid is en het najagen van wind, om Prediker te citeren. Hij zoekt troost en als zelfs gelovigen al regelmatig troost zoeken bij anderen of andere (vaak zondige) dingen dan bij God, hoe moet dan niet gesteld zijn met degenen die van het geloof afvallen of afgevallen zijn?

De Schrift leert iets anders, namelijk het zich tot God wenden. Zacharia heeft mogen profeteren: ‘Vraagt van de Here regen ten tijde van de late regen. De Here maakt de bliksemschichten; een stortregen zal Hij hun geven, voor iedereen gewas op het veld. Want de terafim spreken ijdelheid, de waarzeggers schouwen leugen, bedrieglijke dromen spreken zij, nietswaardige troost bieden zij. Daarom trekken zij voort als een kudde die in nood is, omdat zij geen herder heeft’ (Zach 10:1,2).
Die regen is het werk van Gods Geest, die met Zijn gaven (1Kor.12-14) de mens bemoedigt, vertroost en wijst op onze fouten en gebreken. ‘Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert’ (1Kor.12:28). Kunnen we allemaal zeggen naar de hoogste gaven te streven? Waar moeten we die zoeken? Vragen we de Heer hierin om leiding en sturing? Bidden we niet alleen, maar blijven we zoeken en kloppen (Mat.7:7)? Dan zal Hij ons zeker op tijd leiden naar de olieverkopers die de olie van de H. Geest verstrekken, opdat de Heer niet ooit zal zeggen, dat Hij ons nooit gekend heeft (Mat.25:12).

[1] 2 februari: http://www.nu.nl/opmerkelijk/3984579/ijsland-bouwt-weer-tempel-vikinggoden.html