Laodicea vandaag,

In deze tijden waarin we voortdurend horen van noden, gruwelen, (christen- en andere) vervolging in de wereld, kunnen we de taak en opdracht die wij christenen in de wereld hebben nog veel beter uitvoeren, omdat we weet hebben van de gruwelen die op aarde geschieden. ‘Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen,’ schrijft apostel Paulus aan zijn leerling Timotheüs in 1Tim.2:1. Allereerst, op de eerste plaats! Want natuurlijk heeft het gebed invloed op God in de hemel, zoals op vele plaatsen in Gods Woord betuigd wordt (zoals Joh.14:12-14). Aan alle tekenen van de tijd is het goed te zien dat ‘uw tegenpartij, de duivel, rond gaat als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden’ (1Pet.5:8). Het Griekse woord voor duivel is ‘diabolos’, dat zoiets betekent als door-elkaar-werper. Hij probeert chaos te creëren, want waar wanorde heerst, kan hij beter werken. Niet voor niets staat in de Bijbel dat God een God van orde is (1Kor.14:33) en legt Jakobus uit: ‘want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk’ (Jak.3:16).

De satan nu is onze tegenpartij: ‘want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten (Ef.6:12). De eerste hemel als plaats waar God woont, is de kerk. Ook in deze hemel moet de strijd gevoerd worden tegen de wederstrever van God, die de mensenmoordenaar van de beginne is (Joh.8:44). Het gebed is daarbij een belangrijk wapen van de wapenrusting die in Ef.6 staat opgetekend: ‘bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest.’

Dat dit een opdracht van God Zelf is, mocht de Jesaja profeteren: ‘laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde.’ Sterker nog, Hij heeft Zelf de wachters aangesteld, staat in het vorige vers: ‘Op uw muren, o Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Gij, die de HERE indachtig maakt, gunt u geen rust.’ Ons wordt daarbij het einddoel voor ogen gesteld, namelijk het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neder zal dalen (Op.3:12), waarna de tijd volgt van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen (2Pet.3:13). Het zal de tijd zijn van vrede, gerechtigheid en heelheid.

Die tijd is echter nog niet aangebroken. De duivel is nog steeds de overste dezer wereld (Joh.12:31;16:11) en hij zal met zijn trawanten pogen de mens, kroon op de schepping Gods, te doen verderven, te verslinden, zoals we al aangaven. We mogen daarom God geen rust laten. We mogen elk ogenblik aan Hem vragen of Hij Zijn Zoon wil zenden, om een eind te maken aan de heerschappij van de boze. We weten dat ook de hemelse engelen meestrijden. Dat inkijkje wordt ons door de profeet Daniël geschonken, waar hij de engel Gabriël citeert: ‘Terstond moet ik terugkeren om met de vorst (uit het leger van de satan-red) der Perzen te strijden, en zodra ik uitgegaan ben, zie, dan zal de vorst (idem) van Griekenland komen; (Nochtans zal ik u mededelen wat geschreven staat in het boek der waarheid.) En niet een staat mij vastberaden tegen hen terzijde, behalve uw vorst Michaël’ (Dan.10:20,21). Michaëls naam betekent ‘wie is als God’ en de Enige die dit zeggen kon was de Here Jezus. Hij staat ons terzijde, want Hij is gezeten aan de rechterhand van de Vader (Ps.110:1; Hebr.1:3)) en pleit voor ons (Rom.8:34). Wij hebben zelf te waken, zoals ook Nahum voorhoudt: ‘De verstrooier trekt tegen u op; bewaak de vesting, zie uit langs de weg, maak de lendenen vast, versterk u met alle macht!’ De Here Jezus voegt er nog aan toe: ‘De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. (…) Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen’ (Luk.21:33,36).

‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt’ (Jak.5:16). Dat deze woorden tot sterkte mogen zijn en vele gebeden zullen worden opgezonden tot onze God, want ‘Hij bevrijdt en redt, en doet tekenen en wonderen in hemel en op aarde, Hij die Daniel uit de macht der leeuwen heeft bevrijd’ (Dan.6:27).