Laodicea vandaag,

Vandaag de dag zien wij heel veel mensen die één of meerdere tatoeages op hun lichaam hebben laten plaatsen. Zonder hier een uiteenzetting te geven over de kwaliteit inzake de aangebrachte afbeeldingen op iemands lichaam(-sdeel), is er toch wel iets over te zeggen en te vinden. De één vindt het mooi, de ander vindt het maar niets en zelfs lelijk. In een grote landelijke krant werd aan dit verschijnsel aandacht geschonken. Een bekende man, die meestertatoeëerder genoemd wordt, heeft vele klanten in zijn shop geholpen aan de meest vreemde en bijzondere afbeeldingen op verschillende plaatsen van het menselijk lichaam.
De tatoeage is, lijkt het, gemeengoed geworden bij vele mensen uit verschillende lagen van de bevolking. Zij wordt niet meer alleen op spannende figuren geplaatst, maar jong en oud, groot en klein, rijk en arm; uit alle delen van de bevolking laat men ze plaatsen. De vreemdste en afschuwelijkste afbeeldingen worden niet alleen op bepaalde delen, maar zelfs over het hele lichaam ingebrand, soms zelfs zo extreem, dat bijna geen oorspronkelijke huid meer zichtbaar is. Het zou ook zelfs een wens zijn om een gilde op te richten, waarin alleen gecertificeerde mensen het vak zouden mogen uitoefenen.
Trouwens, dit verschijnsel is niet nieuw. Het is zelfs een heel oud vak, dat deels door de moderne technieken en andere hulpmiddelen anders toegepast kan worden. Maar kijken wij naar het oudste boek van de wereldgeschiedenis, dan lezen wij, dat in eerste instantie dieren worden gemerkt. Want als herders hun schapen of andere dieren weiden en hoeden zonder dat de dieren gemerkt waren, dan bleek het mogelijk, dat over het eigendomsrecht ruzie tussen de verschillende partijen gevoerd werd. Wij lezen in het genoemde boek, de Bijbel, dat Abraham en Lot daarover twistten. Vandaar dat elk dier voorzien werd van een eigenaarsteken. Dit teken kon een brandmerk zijn, maar ook een tatoeage in bijvoorbeeld het oor of op de hoorn. Thans worden dieren – althans in ons land – voorzien van een plastic label. Maar het merken op welke wijze dan ook werd zelfs op mensen toegepast. Vooral op slaven werd dit toegepast, want het was de meest praktische en scheen de veiligste methode te zijn om geen slaaf aan een andere heer kwijt te raken. Ja, de arme slaaf had het teken in zijn lichaam gebrand, soms zelfs op het voorhoofd. Zeelui lieten een eigen teken of anker in arm of op borst tatoeëren. En toen Justitie later niet over middelen beschikte om misdadigers herkenbaar te maken, hanteerde zij het brandmerken om een ontsnapte uit de kerker of later een veroordeelde misdadiger te herkennen. Inmiddels zijn er vele andere middelen om personen te identificeren, waarbij het doel nog steeds hetzelfde is gebleven. Wie is iemand?  Dat kan men niet uit iemands kleding opmaken, want die kan men wisselen. Noch ook uit papieren of documenten, want die kan men vervalsen. Neen, iemands identiteit blijkt uit een bepaald merkteken in de persoon zelf, zoals het hebben van een moedervlek of een ander kenmerk of litteken. Van dergelijke tekens spreekt ook de Bijbel, Gods Woord. Want God stelde Kaïn, die zijn broer gedood had, een teken, opdat men hem niet zou doodslaan. Een vrijgelaten slaaf, die verkoos om in het huis van zijn meester te blijven, werd het oor met een priem doorboord. En wat nog meer zegt, de lezer wel bekend, dat het zaad, de nakomelingen, van Abraham in de voorhuid werden besneden. En zo werd de besnijdenis een teken van de persoon zelf, van het verbond van God met Zijn volk. Het zelfde merkteken ontvangen wij onzichtbaar op het voorhoofd door de Heilige Waterdoop, waardoor de naam van de Driemaal Heilige God op ons geschreven wordt. Zelfs kan de mens door de Heilige Verzegeling met de Heilige Geest Gods nieuwe naam ontvangen. Want reeds Aäron, de priester, droeg op zijn voorhoofd ‘de gouden plaat, gehecht aan ‘de kroon der heiligheid’, waarin gegraveerd “de Heiligheid des Heeren!”, zoals wij dat lezen in Exodus 28 vers 36 en Exodus 39 vers 30. En van dit schaduwbeeld is de verzegeling tot eerstelingskind, tot bruid, de vervulling. Het is een teken dat werkelijkheid zal worden in de doorluchtige dag van de Heer Jezus Christus als Hij wederkomt op de wolken des hemels.
Dan zal Christus Zelf op het voorhoofd van de overwinnaars, dus van de getrouwe kinderen Gods, schrijven de naam Zijns Gods, de naam van de stad Zijns Gods, en zijn eigen naam, zoals vermeld in Openbaring 3 vers 12.
Dan zal de overwinnaar niet meer door een graveersel op gouden plaat, maar in wezen zelf tonen: “Ik ben van God.”, medeburger van het Nieuwe Jeruzalem, de Bruid des Heeren, ja eigendom van Christus.
En dat pand daartoe, geliefde lezer, voor deze toekomstige erfenis mogen wij nu reeds aan ons voorhoofd ontvangen, opdat wanneer wij de goede, wettige strijd zullen gestreden hebben en overwinnaars zijn geworden, de Heiland in de dag van Zijn glorie dit merkteken in Zijn verheerlijkten zal openbaren, zoals wij het van te voren niet hadden, en het alsdan zullen ontvangen, wat wij nu in pand bezitten, om het nooit meer te verliezen.
Vraag naar dat teken, een onzichtbare tatoeage, dat toch een zichtbaar pand zal zijn, als de Heer Jezus komt.