Laodicea vandaag,

‘Nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken’ (2Petr.1:21). Deze zin komt in gedachten wanneer we in het Reformatorisch Dagblad van afgelopen dinsdag het interview [1] lezen met een ds. Brienen, als hij profeteren vergelijkt met een spel: ‘Voordat ik theologie ging studeren, rondde ik een sportopleiding af. Ik gebruikte het voorbeeld van profetie als spel om aan te geven dat het in de gemeente niet gaat om te winnen, om te presteren als profeet of om een successtory te kunnen vertellen. Je kunt op een heilige manier dit spel spelen: ieder gemeentelid heeft er een eigen plek in. Dan kunnen er verrassende dingen gebeuren.’ Nog los van de terechte constatering dat het in de gemeente niet gaat om het winnen (behalve dan om Christus te winnen, zie Flp.3:8), heeft deze dominee een wel heel erg ruime opvatting over profetie. Hij verklaart: ‘Een woord van God ontvangen en doorgeven. De Bijbel spreekt ook nog op andere manieren over profeteren, zoals het krijgen van dromen of visioenen en het voorzien van toekomstige dingen. Sommige mensen horen Gods stem in een lied of via de natuur. Of er komt een woord van binnenuit of van iemand anders, zodat het je leven raakt. Dat zou een profetie van God kunnen zijn.’ Uit de eerste zin van deze tekst blijkt al dat iets dat van binnen komt, nooit profetie kan zijn. Bovendien leert de Openbaring van Johannes dat het getuigenis van Jezus de geest der profetie is. We kunnen zeggen dat wat in de hemel der hemelen Gods hart beroert, Hij door Zijn Geest aan de gemeente kan meedelen. Dat kan ook ten behoeve van een enkeling zijn, maar wat de apostel Paulus noteert in 1Kor.14:3 is een mooie definitie: ‘wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.’ Dat daarnaast de Here HERE geen ding doet, of Hij openbaart Zijn raad aan Zijn knechten, de profeten (Am.3:7), het voorzeggen van wat te gebeuren staat, is ook bemoedigend voor de gemeente, net zoals de Heer Zijn discipelen vertelde: ‘En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat gij geloven moogt, wanneer het geschiedt’ (Joh.14:29).
Daarnaast gaat profetie in Gods Woord gepaard met een ‘gedreven worden’.
Laten we eens kijken naar wat Bijbelse uitleg. Het Hebreeuwse woord voor profeet is ‘nabi’, hetgeen ‘aankondigen’, ‘betuigen’ of ‘getuigen’ betekent. In Deuteronomium 18:18 staat het ambt van profeet duidelijk omschreven: ‘Een profeet zal ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied.’ In het Hebreeuws is het woord ‘nabi’ afkomstig van het woord naba. Dit woord heeft meerdere betekenissen, waaronder ‘in geestvervoering zijn/geraken’, of ‘zich als een  razende gedragen’ (1Sm.18:10). Het woord naba heeft dus iets in zich van extatisch zijn. Die extase uit onder meer zich door bewegen. Men weet dat bij Pinksteren de discipelen verweten werd vol te zijn van zoete wijn. Men gedroeg zich blijkbaar als onder invloed zijnde. Dronken mensen kunnen bijvoorbeeld niet stilstaan. Dit knoopt meteen aan bij Jr.23:9: ‘Over de Profeten. Mijn hart is in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen sidderen; ik ben als een beschonken man, als iemand wie de wijn naar het hoofd gestegen is, om de HERE en om zijn heilige woorden.’ Dit is duidelijk een beschrijving van hoe een profeet zich voelt die gedreven wordt. Ook in Jr.20:8,9 komt zoiets voor: ‘Want telkens wanneer ik spreek, moet ik het uitschreeuwen, van geweld en onderdrukking roepen; want het woord des HEREN is mij geworden tot smaad en spot de ganse dag. Maar zeide ik: Ik wil aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon het niet.’ Elihu, Jobs jongste vriend, beschrijft eveneens iets soortgelijks: ‘Want ik ben vol woorden, de geest in mijn binnenste dringt mij; zie, mijn binnenste is als wijn die men geen uitweg geeft; als nieuwe zakken zou het bersten. Ik wil spreken om lucht te krijgen, mijn lippen openen om antwoord te geven’ (Jb.32:18-20).
De Hebreeuwse ambtsnaam voor profeet betekent o.m. ‘de roepende’. Zo werd Johannes de doper in Js.40:3 aangekondigd als de stem van een roepende in de woestijn (Jh.1:23). Een profeet profeteerde dus niet op een gewone conversatietoon, maar hij sprak de woorden van Gods Geest met luide stem uit, begeleid met zekere verschijnselen die aan dronkenschap deden denken of, anders gezegd, aan iets wat op gek doen leek of op iets onzinnigs.
Ook Jezus kreeg dit verwijt: ‘En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. Sommigen dan uit de schare, die naar deze woorden geluisterd hadden, spraken: Deze is waarlijk de profeet’  (Jh.7:37-40). Christus riep, of eigenlijk staat er ‘schreeuwde’ (krazo in het Grieks). We mogen rustig de gevolgtrekking maken dat Jezus’ spreken niet op de gewone conversatietoon was. De conclusie van het volk luidt in ieder geval dat er een profeet is. Men trekt uit de uiterlijke omstandigheden deze (juiste) slotsom.
Ook op andere plaatsen lezen we hoe Jezus van raar gedrag beticht werd. Zie bijv. Mk.3: 21,22, waar we lezen: ‘En Hij ging in een huis; en er verzamelde zich weder [de] schare, zodat zij zelfs geen brood konden eten. En toen zijn naastbestaanden dit hoorden, gingen zij heen om Hem te halen, want zij zeiden: Hij is niet bij zijn zinnen. En de schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren, zeiden: Hij heeft Beëlzebul, en door de overste der boze geesten drijft Hij de geesten uit.’ In het Grieks staat er voor ‘buiten zijn zinnen zijn’ existemi, een afleiding van extase. Ook de Farizeeën trokken de conclusie van die extase, alleen gaven zij als oorzaak een boze geest, i.p.v. de Geest Gods! Maar zij kenden dus het verschijnsel van drijving, van gedreven worden.
‘Door de Heilige Geest gedreven,’ schreven we al inde eerste zin. Het woord dat vertaald is door ‘gedreven’ (phero) kan worden vertaald als ‘een last dragen’ maar ook ‘wegdragen, met een zweem van kracht of spoed’ bijvoorbeeld van een windstoot, drijven! Dat doet weer denken aan de geweldige gedreven wind van Pinksteren. Als allerlei mensen tegelijk drijving krijgen, hoor je hun gedreven zijn door de uitgestoten adem. Dat zou best eens die geweldige Pinksterwind geweest kunnen zijn!
Deze ds. Brienen is op een gevaarlijke weg, want licht valt het de boze geesten uit de hemelse gewesten om in een door hem geschetste setting profetie te imiteren met alle gevolgen van dien! Wees nuchter en waakzaam!

[1]  http://www.rd.nl/kerk-religie/ds-brienen-profetie-in-kerk-een-ondergeschoven-kindje-1.1360823