Laodicea vandaag,

Er was de laatste tijd weer eens wat reuring op het Nederlandse kerkelijk erf door een artikel in het gereformeerde tijdschrift ‘Bewaar het pand’, waarin door de schrijver, ds. M. A. Kempeneers, gesteld wordt dat er niet te veel geloof gehecht moet worden aan dromen of visioenen die tot het christendom bekeerde moslims hebben gehad. Het artikel was nota bene voor de jeugd geschreven. De dominee schrijft letterlijk: ‘Wij moeten maar niet al te veel waarde hechten aan dromen. En zeker niet aan zogenaamde visioenen. Er is geen Bijbelse reden te bedenken dat de Heere die nog geeft. Laten we bij het geschreven Woord van God blijven.’ Van diverse kanten kwam er kritiek en we zullen de kwalificaties in dit geval voor rekening van de criticasters laten, maar we kunnen constateren dat deze broeder Kempenaars waarschijnlijk gehinderd wordt door zijn geloof in de zgn. streeptheologie, de opvatting die een streep trekt ergens aan het eind van de apostolische tijd en beweert dat de Geestesgaven na die tijd zijn opgehouden.

We hebben er eerder over geschreven. Nergens in Gods Woord vinden we dat Goddelijke openbaringen zouden stoppen voor de eeuwigheid. Integendeel. Paulus ruimt niet voor niets heel wat plaats in voor de gaven van de Heilige Geest in zijn eerste brief aan de gemeente te Korinthe. Hij begint het gedeelte van drie hoofdstukken zelfs met: ‘Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten’ (1Kor.12:1). Hij noemt qua openbaringen met name de profetie, maar het zal duidelijk zijn dat ook geestelijke dromen en visioenen tot deze gave behoren. Het zijn verschillende vormen die de Geest van God gebruikt om de mens te leiden en besturen, de mens die tot hinken en zinken geneigd is en het nodig heeft dat hij geleid wordt. Ja, daarbij is Gods Woord het belangrijkste, want toetssteen en grondslag van het geloof. ‘Beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan’ (1Joh.1:4) instrueert de apostel Johannes de gemeente. Dat kan natuurlijk alleen maar door openbaringen te toetsen aan de Schrift. Ds. Kempenaars heeft zeker gelijk als hij beweert dat we bij het geschreven Woord van God moeten blijven, het belangrijkste criterium, het licht op ons pad.

Tegelijkertijd openbaart de Heer Zich in onze tijd ook nog altijd door profetenmond, door zieners en geestelijke dromen. De Bijbel onderwijst ons in Ef.4:11-13 over het feit dat de vier genoemde ambtelijke bedieningen, dus ook dat van profeet moeten blijven ‘totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.’ En de apostel Petrus wijst op de Pinksterdag, de eerste keer dat Gods Geest werd uitgestort, op de tekst uit Joël 2:28 en 29: ‘Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten.’ We lezen nergens dat op die Pinksterdag werd gedroomd of visioenen gezien, alleen dat er werd geprofeteerd, waarop ds. Kempenaars beweert: ‘Petrus verklaart die profetie voor vervuld in de uitstorting van de H. Geest in Handelingen 2. En daar was geen sprake van dromende mensen.’ Wat een vreemd argument! Gods Geest begint Zich te manifesteren en waarom zou Hij daarmee ophouden? Integendeel, het zou zich alles uitbreiden, want ook zou er nog gedroomd worden en visioenen gezien, naar de profetie van Joël.
Ook zegt de dominee: ‘Ik lees in Hebreeën 1:1 dat God vroeger veel en op veel verschillende manieren heeft gesproken door de profeten. Maar in deze laatste dagen spreekt Hij tot ons door de Zoon. De gereformeerde theologie wijst onder andere op deze tekst bij de bewering dat de Godsopenbaring is afgesloten.’ Dan zit de gereformeerde theologie er goed naast. In de door hun gebruikte Statenvertaling lezen we zelfs: ‘Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, (…) kan zeggen, Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest’ (1Kor.12:3) ‘Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie’ (Op.19:11). De Heer spreekt Zelf nog immer en gebruikt daar profeterende personen voor!

Waar worden die openbaringen dan voor gebruikt? We vinden er verschillende in Gods Woord:
1. ‘Wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend’ lezen we in 1Kor.14:3. Het is de Heer, Die Zich bekommert om (mensen uit) de gemeente en sticht, vermaant of bemoedigt wanneer Hij dat nodig vindt.
2. We lezen in Hand.13:1-3 dat de Heilige Geest mensen verkiest voor een ambt, zoals in dit geval Paulus en Barnabas als apostel. Ook Hebr.5:4 leert: ‘Niemand matigt zichzelf die (priesterlijke) waardigheid aan, doch men wordt ertoe geroepen door God, zoals immers ook Aäron (door de profeet Mozes).
3. God openbaart toekomende dingen, bijvoorbeeld door dromen in Dan.2:28 en in het N.T. lezen we in Hand.11:28 over de profeet Agabus die profeteerde dat er een grote hongersnood zou komen. Zie ook Amos 3:7.
4. Daarnaast kan Gods Geest licht geven over moeilijke passages in de Bijbel. Uiteindelijk is Hij de Auteur: ‘Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken’ (2Petr.1:20,21). Wie kan ons dan beter voorlichten over voor ons duistere passages?

Dat de Heer vaak dromen of visioenen gebruikt om moslims tot Hem te trekken, is natuurlijk juist iets om blij van te worden. Zij komen niet direct in aanraking met dat Woord en hebben zelfs geleerd dat dit vervalst zou zijn. Hij maakt Zich dan door openbaringen bekend en Hem beter te leren kennen geschiedt vervolgens door Zijn Woord te onderzoeken, Zijn brief aan de mensheid! Dat Hij nog velen tot Zich trekken mag, op welke manier dan ook, is onze bede.