Laodicea vandaag,

‘Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare’ (Hebr.11:3). Wat we zien, is niet ontstaan uit wat we kunnen ontdekken, lezen we in deze tekst. Het is één van de meest duidelijke Bijbelse zinnen over wat de menselijke wetenschap vermag als het gaat over de oorsprong van ons bestaan en alles om ons heen. Het is simpelweg niet na te gaan, want wat er ooit bij de schepping gebeurd is, onttrekt zich aan dat wat we kunnen waarnemen of nagaan. Maar dat kunnen we slechts begrijpen door het geloof, zegt de tekst verder. En hier ligt precies het conflict met de wetenschap, waar men de werkelijkheid meent te kunnen onderzoeken ‘alsof God niet bestaat’. Men gaat daarbij niet alleen voorbij aan Hebr.11:3, maar vooral aan het feit dat het begin van alle wijsheid en kennis de vreze Gods is (Spr.1:7; 9:10; Ps.111:10). Dat wil natuurlijk niet zeggen dat men geen wetenschap zou kunnen bedrijven, want dezelfde al genoemde Ps.111 leert ons in vers 2: ‘Groot zijn de werken des HEREN, na te speuren door allen die er behagen in hebben.’

Er werden de laatste weken in de christelijke pers weer heel wat woorden gewijd aan de tegenstelling tussen schepping en evolutie. Er werd namelijk op de Evangelische Hogeschool in Amersfoort een symposium gehouden naar aanleiding van het verschijnen van een jeugdboek, ‘Het geheime logboek van topnerd Tycho’, waarin kinderen de boodschap meekrijgen dat God weliswaar de Schepper van hemel en aarde is, maar gebruik heeft gemaakt van evolutie (theïstisch evolutionisme heet dat). Medeschrijver prof. dr. Cees Dekker heeft aan het boek meegewerkt omdat hij vindt dat de tegenwoordige wetenschap en het geloof prima bij elkaar passen. Want ‘Tijdens hun studie ontdekken jongeren dat de evolutie heeft plaatsgehad en vallen ze soms van hun geloof. Dat is niet nodig.’ De professor verwoordt hier dat hij ervan overtuigd is dat de evolutie, zoals tegenwoordig geleerd werkelijk heeft plaatsgehad en dat het dan logisch is dat jongeren van hun geloof (kunnen) vallen. Hij gaat dus uit van de waarheid van wat de wetenschap over het ontstaan van de wereld leert, alsof het feiten zijn en niet van de waarheid van Gods Woord, of het nu Genesis of Hebr.11 betreft.

In een bijdrage van prof. M.J. Paul in het RD legt deze uit dat men daarmee een aantal consequenties van het aanvaarden van de evolutietheorie niet goed overziet, want deze opvatting leidt tot een moeten aanpassen van vele Bijbelgedeelten. Hij schrijft: ‘In plaats van een enkel mensenpaar moeten er veel meer geweest zijn. Zaken als de aanwezigheid van het kwade, het lijden en de dood in de wereld moeten anders uitgelegd worden. De zondvloed moet plaatselijk geweest zijn, omdat andere mensen ook overleefden. Noach kan niet meer de stamvader van de hele latere mensheid zijn. De uitleg van de woorden van Jesaja over vrederijk, en uitspraken van de Heere Jezus en de apostelen  moeten aangepast worden (…) De klassieke visie op het Schriftgezag moet opgegeven worden.’ We kunnen die laatste zin ook anders formuleren als dat de Bijbel eigenlijk geen gezag meer heeft, als de resultaten van de zo ‘ten onrechte zo genoemde kennis’ (1Tim.6:17) voor waar worden aangenomen, ook als ze Bijbelwoorden tegenspreken.

Moet u nu ook niet denken aan ‘een kracht der dwaling’, waarvan 2Thes.2:11 (SV) spreekt ‘dat zij de leugen zouden geloven.’ Is de evolutietheorie niet een grote kracht van dwaling, zozeer dat een wel heel groot deel van de westelijke wereld zich zonder slag of stoot overgeeft aan deze leer? Is die leugen niet afkomstig van de boze overheden en machten in de hemelse gewesten, waartegen wij te strijden hebben door de geestelijke wapenrusting aan te trekken, waarvan een belangrijk onderdeel het schild des geloofs is? Die boze overheden worden geleid door de duivel, die niets liever doet dan twijfel te zaaien aan de waarheid van Gods Woord: ‘Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen’ (Joh.8:44).
Laten we het geloof vasthouden door ‘de liefelijkheid des HEREN te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel’(Ps.27:4b). Want ‘al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft; ons geloof’ (1Joh.5:4).