Tien lessen die we kunnen leren van Noach in zijn tijd


Dat de Heer Zelf verwijst naar de dagen van Noach in Zijn rede over de laatste dingen is niet zonder betekenis. Jezus leert: ‘zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen voor de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn’ (Mt.24:37-39). We zullen vandaag onder andere een profetie bespreken waarin de Heer aankondigt dat de deur van de ark spoedig gesloten zal worden. Twee goede redenen om te onderzoeken wat wij zoal kunnen leren van Noach in zijn tijd.

1. Laten we allereerst vaststellen dat Noach (met zijn gezin) een voorbeeld en type is van degenen die in de laatste dagen Gods raad verkondigen en waardig gekeurd zullen worden om de toekomende toorn van God te ontvlieden van de grote verdrukking die aanstaande is. Zoals Noach met de zijnen in de nieuwe wereld van na de zondvloed leven mocht, mogen zij deelhebben aan de periode na de voor iedereen zichtbare wederkomst van de Heer in het rijk van duizend jaren. Laten we dan meteen maar vaststellen dat wij daarbij kunnen horen, mits we staande blijven in het geloof naar de Schriften. Noachs gezin wijst op de liefde tussen broeders en zusters die Christus navolgen. De Heer zei Zelve: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders? En Hij strekte zijn hand uit over zijn discipelen en zeide: Ziedaar mijn moeder en mijn broeders’ (Mt 12:48,49). Die liefde tussen gezinsleden moeten wij elkaar tonen.

2. ‘Deze zal ons troosten over de moeitevolle arbeid onzer handen op deze aardbodem, die de HERE vervloekt heeft’ (Gen.5:29), sprak Noachs vader Lamech toen hij hem een naam gaf. Noachs naam betekent ‘rust’ of ‘troost’. Noach was een trooster en zijn naam wijst profetisch naar het werk van de twee getuigen in de eindtijd. Hun verkondiging van ‘bekeert (bereidt) u, want de Heer komt’ wijst op de mogelijkheid om de rust te vinden voor de zielen van degenen die de verkondiging aannemen. Zij mogen straks wonen op de vernieuwde aardbodem waar vrede, gerechtigheid en heelheid heersen, omdat ze geloof hechtten aan de Woorden Gods. Net zoals Noach, waarvan de Brief aan de Hebreeën getuigt: ‘Door het geloof heeft Noach, nadat hij een godsspraak ontvangen had over iets, dat nog niet gezien werd, eerbiedig de ark toebereid tot redding van zijn huisgezin; en door dat geloof heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden der gerechtigheid, die aan het geloof beantwoordt (Hebr.11:7).’ Denkt u bij zo’n zin ook niet aan de bekende tekst uit Ef.1:13,14 waar we lezen: ‘In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij Zich verworven heeft, tot lof Zijner heerlijkheid.’

3. Hierop aansluitend: Noach wordt door de apostel Petrus in 2Petr.2:5 de ‘prediker der gerechtigheid’ genoemd. Dit wijst op twee zaken. Allereerst dat er vooral ongerechtigheid was in zijn dagen, waarom het God berouwde de mens geformeerd te hebben en Zijn rechtvaardig oordeel vrijwel iedereen trof. Het is in onze dagen niet anders. De ongerechtigheid stapelt zich op en een ieder moet zich daartegen wapenen, want wij zijn van nature geen betere mensen dan degenen om ons heen en we kunnen verleid worden. Om gerechtigheid te prediken moeten we daarom, en dat is de andere kant van de medaille, zelf gerechtvaardigd zijn: ‘Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde’ leert de Schrift in Op.22:11.

4. Om te ontkomen moest Noach een ark bouwen. Net als later bij de bouw van de tabernakel en de tempel werd ook hem precies verteld hoe deze ark eruit moest zien. Hij moest het werk Gods uitvoeren op voorgeschreven wijze, net zoals wij ons moeten laten leiden door Gods Geest en Zijn Woord waar opgetekend staat hoe we moeten handelen, hoe de kerkinrichting is en dat Christus Zelf Zijn kerk leidt. Maar we moeten ons ook realiseren dat er aan Zijn kerk gebouwd moet blijven worden. We mogen niet verslappen, want de ark moet af. Zijn werk moet gewerkt worden en de Heer verwacht daarom onze trouw. Hij heeft ons niet geroepen vanwege onze rechtvaardigheid, maar om Zijn werk uit te voeren. Daar geeft Hij ons Zijn kracht en de werking van Zijn Geest voor.

5. Laten we direct maar vaststellen dat alleen Noach en zijn huisgezin gered werden. Noachs prediking had blijkbaar op het eerste oog geen resultaat gehad. Het is eerder vastgesteld: we zijn niet verantwoordelijk voor de oogst, maar voor de arbeid die geleverd wordt. Dat leert de Heer Zijn discipelen ook: ‘Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten. Reeds ontvangt de maaier loon en verzamelt hij vrucht ten eeuwigen leven, opdat de zaaier zich tegelijk met de maaier verblijde. Want hier is de spreuk waarachtig: De een zaait, de ander maait (Joh.4:35-37). We weten dat een schare die niemand tellen kan, zo groot, uit de grote verdrukking zal komen! En de Heer heeft niet voor niets tijdens zijn afdaling onder de aarde gepredikt aan de geesten in de gevangenis ‘die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden’ (1Petr.3:20). Jezus’ prediking zal zeker vrucht gedragen hebben! Gods genade gaat uit tot alle mensen, die zich willen bekeren van hun boze gedachten, woorden en werken.

6. Met prediken alleen is onze opdracht niet vervuld. Er moet ook voorbede gedaan worden, zegt de apostel Paulus in 1Tim.2:1,2. Alleen degene die zich liefdevol en trouw in de voorbede bewijst, kan ook een prediker der gerechtigheid zijn. Noach, Daniël en Job worden bij de profeet Ezechiël (14:14-20) als de drie grote pleitbezorgers genoemd. Zoals Job voor zijn kinderen en vrienden bad, zoals Daniël voor zijn eigen zonden en de zonden van zijn volk en voor Jeruzalem bad, heeft ook Noach voor zijn familie en voor de hele verblinde wereld van zijn dagen voorbede gedaan en zien we hem later ook als een priester aan een altaar God dienen (Gen.8:20). We mogen hier ook meteen een voorbeeld ontdekken van het feit dat de geredden van onze tijd straks koningen en priesters zijn zullen! Welk een uitzicht, bruidsgemeente!

7. Wijlen de bekende (radio)dominee J.H. Velema noemt Noach met zijn gezin ‘een heilige rest’, zoals ook in de laatste tijd zal voorkomen. Over hen zegt hij behartenswaardige dingen: ‘Het is de Heere Zelf Die Zich een overblijfsel bewaart in boze dagen. (…) De heilige rest is een gave van de Heere aan een wereld die het verdiend heeft verdorven te worden. In Zijn overblijfsel toont Hij ontferming te hebben met deze wereld en opent Hij mogelijkheden tot behoud. Het is een zegen voor land en volk, voor wereld en mensheid wanneer er hier en daar nog mensen zijn, die de Heere vrezen en naar Zijn Woord willen leven. Ze mogen een uitzondering zijn op het normale levenspatroon- ze zijn er en ze zijn van betekenis. In hen zet de Heere Zijn heilsplan voort en door hen realiseert de Heere Zijn genadige belofte van bewaring en behoud.’ Velema vervolgt dan en let u goed op: ‘De heilige rest staat tegelijk voor een geweldige opgave. Gods verkiezing brengt een geweldige verantwoordelijkheid mee. Het gaat erom zich niet te vermengen, inderdaad rest te blijven en niet op te gaan in de massa. De Heere blijft steeds weer en, naarmate de dagen doorgaan, steeds meer gehoorzaamheid vragen om te blijven leven naar Gods Woord, om steeds duidelijker Gods overblijfsel te zijn.’ Zo, nu hoort u het eens van een ander! Deze dominee had het goed begrepen. Het overblijfsel aan gelovigen moet licht geven en zout zijn, bederfwerend en smakelijk (Mat.5:13-16). Voldoen wij aan deze kwalificaties? Dat is een vraag die we ons wel elke keer mogen en moeten stellen! Zeker op een Maranathadag.

8. Laten we nog eens naar de ark kijken. Noach moest er drie verdiepingen in maken. Die drie verdiepingen staan zowel voor de drie bedelingen van voor de wet, de tijd van de wet en de tijd der genade, waaruit velen gered zullen worden door Gods voorzienigheid, als voor de geredde mens, bestaande uit lichaam, ziel en geest. Noach moest bovenin een raam maken: ‘Gij zult aan de ark een lichtopening maken, en een el van boven af zult gij die afwerken.’ Het Boek voor onze Tijd leert (blz 858 5e druk): ‘Als zodanig komt de el in de H. Schrift op twee plaatsen voor. In de voorafschaduwende tabernakel en tempel van het Oude Verbond moet de el het beeld zijn van mensen in de dienst van de Heer (Zie Ex.26:15,16 enz.). In het Nieuwe Testament komt de el in Mat.6:27 en Luk.12:25 voor als een toevoegsel, dat geen mens, maar God alleen kan geven.’ Beide betekenissen zijn hier op hun plaats. De lichtopening in de ark, type van Gods kerk, is voor het licht van de Heilige Geest dat door ambten en gaven tot ons komt. Dat vierkant van het raam wordt gevormd door de viervoudige bediening, door God gesteld en gegeven.
‘De ingang der ark zult gij in haar zijkant aanbrengen.’ Zowel Noach met zijn gezin als de dieren kwamen door deze deur binnen. Christus is die Deur tot het behoud, want ‘de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden’ (Hand.4:12).

9. Noach ging met zijn gezin de ark in en gedurende nog zeven dagen, terwijl ook de dieren twee aan twee kwamen, had men zich kunnen doen behouden, wanneer men acht gegeven had op de tekenen: Noachs stem werd niet meer vernomen en er kwamen allerlei dieren naar de ark. Ook heden moet men acht slaan op de tekens van de tijd. Het getuigenis van apostelen en profeten zal ook op een dag niet meer klinken, omdat men door de overheid de mond gesnoerd zal zien worden.
De deur van de ark werd vervolgens door God plotseling gesloten, waardoor niemand meer gered kon worden, omdat ‘alle kolken der grote waterdiepten openbraken en de sluizen des hemels werden geopend.’ Op een tijdstip dat weinigen verwachten, zal de Heer de nieuwtestamentische ark der behoudenis sluiten. Zo zal het zijn bij de toekomst van de Mensenzoon: ’De een zal aangenomen, de ander achtergelaten worden’ (Luc.17:34). Toen de wijze maagden met brandende lampen in de feestzaal waren ingegaan, werd de deur gesloten en de dwaze maagden die te laat kwamen, klopten tevergeefs aan. Laten we niet vergeten dat ook de dood zo plotseling kan komen en als we geen ernst maken om door de enge poort het hemelrijk te betreden, kan het na de dood te laat zijn. Want, waar de boom valt, blijft hij liggen (Pred.11:3). Deze tekst wil dus zeggen dat hoe men bij het sterven het aardse bestaan leefde, bepaalt op welke plaats men in het dodenrijk terecht zal komen.

10. De ark kwam uiteindelijk, nadat het water tot boven de bergen was gestegen en later weer zakte, terecht op het gebergte Ararat. Ook deze uitkomst hebben wij in het verschiet: mochten wij waardig geacht worden bij Christus’ bruid te horen, dan zullen we op Gods heilige berg terechtkomen: ‘Zend uw licht en uw waarheid; mogen die mij geleiden, mij brengen naar uw heilige berg en naar uw woningen,’ lezen we in Ps.43:3. We weten dat er in Gods huis vele woningen zijn.

We hopen dat de bede uit de Psalm ook deze dag mag gelden. Dat we ons laten leiden door Gods licht en waarheid. Dat Zijn Naam de eer mag ontvangen en deze dag ons allen tot zegen mag zijn!
Amen.

(Deze inleiding is gehouden op 5 oktober 2013 te Utrecht)
Samenvattend:

Les 1: We dienen de onderlinge liefde elkaar en de buitenwereld te tonen wanneer we beseffen uitverkorenen te zijn.
Les 2: We moeten verkondigen: Bereidt u, want de Heer komt (Maranatha).
Les 3: We moeten rechtvaardig handelen en wandelen, Gods geboden bewarend.
Les 4: De ark moet gebouwd worden; we mogen niet verslappen in het werk van de Heer, inclusief kerkbezoek, Bijbelstudie en gebed.
Les 5: Als Noach moeten we de genade van God verkondigen: er is nog plaats in de ark van de laatste tijd.
Les 6: We dienen voorbede te doen voor alle mensen.
Les 7: We mogen niet opgaan in de massa, ons vermengen met de wereld, want dit doet afbreuk aan de boodschap en is een gevaar voor onszelf.
Les 8: Christus Jezus is het Middelpunt van onze leer. Door en tot Hem is alles geschapen en Hij leidt Zijn kerk door ambten en gaven.
Les 9: We dienen de wereld te melden dat er nog maar weinig tijd is en voordat men het weet de Heer Jezus terugkeert om Zijn bruid te halen.
Les 10: Ook wijzelf moeten waardig gekeurd worden. We hebben een hoge roeping en laten wij die vast maken.
ark_van_Noach