Laodicea vandaag

Prediker zegt: ‘Omdat het vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen begerig om kwaad te doen, daar een zondaar honderdmaal kwaad doet en toch lang leeft’ (Pred.8:11,12a). God verlaten heeft vaak geen directe consequenties, zodat men al gauw volhardt in een weg zonder Hem. Dat betekent dat ook het christelijk perspectief verdwijnt.

Hoe men buiten de kerk over kerk en christelijk geloof denkt, is wel duidelijk. Men vindt ze ‘niet meer van deze tijd’. Ouderwetse mensen geloven misschien nog en anders worden gelovigen wel als dwepers beschouwd die vasthouden aan sprookjes. De Bijbel wordt op zijn best beschouwd als een mooi oud boek, maar waarheidsclaims kan men er niet aan ontlenen, zo denkt men. Datzelfde geldt natuurlijk de Bijbelse toekomstverwachting. Die is op zich helder: de opgestane Heer zal eens voor alle mensen zichtbaar terugkeren en een rijk stichten van vrede, gerechtigheid en heelheid, de zgn. epifania. Dat er voordien al een wederkomst is waarin de Heer Zijn bruid komt halen, ontgaat zelfs een hoop christenen (Deze komst heet in de Griekse taal Parousia, letterlijk ‘een komen en aanwezig blijven’. Dit woord vinden wij o.a, 1Kor. 16:17; 2Kor. 7:6,7 enz. Over deze Parousia wordt gesproken in Matth. 24:3,27,37; 1Kor.15:23; 1Thes. 2:19; 3:13; 4:15; 5:23; 2Thess. 2:1,8; Jak.5:7,8; 2Petr. 1:16; 3:4,12).
Maar over de ongelovigen van de laatste tijd schrijft apostel Petrus: ‘Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen, en zeggen: Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen zijn, blijft alles zo, als het van het begin der schepping af geweest is’ (2Petr.3:3,4).
Dat laatste werd weer eens bewezen door de bekende filmregisseur Paul Verhoeven. Hij heeft als ongelovige ooit eens een boek over Jezus geschreven en zich over Bijbelteksten gebogen, zonder te menen dat hier waarheidsgetrouwe verslagen worden geleverd. Hij vindt dan ook dat de Jezus zoals we Hem in de kerk belijden, is gebaseerd op ‘onzin’ en ‘flauwekul’. In zijn boek geeft Verhoeven een beeld van Jezus zoals we dat kennen uit de vrijzinnige theologie: Christus is noch voor de zonden van de mensheid gestorven, noch ten derde dage opgestaan. We weten hoe apostel Paulus daarover denkt: ‘Indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof’ en ‘Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen’ (1Kor.15:14,19). Dan vervolgt hij triomfantelijk: ‘Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn’ (vs.20).
In ieder geval kreeg Verhoeven op het filmfestival van Cannes de vraag hoe het met Jezus was gesteld (waarover de regisseur ooit nog eens een film wilde maken). Het antwoord? ‘Hij is dood en komt niet terug.’ Wat zit de natuurlijke mens ernaast!

Verhoevens antwoord stond in de Volkskrant, vroeger een dagblad van R.K.-signatuur. Dat stempel is reeds lang verdwenen. Oorzaak is de geest van de tegenwoordige tijd, waar het geloof in een liefdevolle God verlaten wordt en vervangen door een  ‘Pluk de dag’-houding.  Zeker jongeren, maar zij niet alleen, vinden het hoe langer hoe moeilijker te blijven geloven, terwijl de dingen van de wereld aan hen trekken.
Lazarusmagazine.nl heeft een onderzoek gedaan naar de redenen van hun afval. Daar kwam het volgende uit; men kreeg:
1. Geen (goede) antwoorden op levensvragen
2. Er was te weinig ruimte voor vernieuwing.
3. Er heerste teleurstelling in de kerkleiders
4. Er was weinig ruimte voor dialoog
5. en teleurstelling over hoe de kerk is omgegaan met persoonlijke omstandigheden.
Ook hier ontdekken we weer hoe het individualisme heeft toegeslagen en we vragen ons af hoe het komt dat ouders en andere opvoeders blijkbaar zelf geen goede antwoorden hebben op de vragen die het leven oplevert.  ‘Mijn volk gaat ten onder door gebrek aan kennis’ moest Hosea uitroepen, ‘Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten’ (Hos.4:6). Ongeloof blijkt ook een oordeel van God te zijn.
Naast het feit dat we goed moeten nadenken over wat de jeugd aangeeft, moeten we vooral ons hart op hen zetten: O, wat hebben jongeren ons gebed nodig! Zowel de gemeente te Efeze als wij worden opgeroepen: ‘Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden (…) En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen (Ef.6:13,18). Inclusief de jongeren! Want de Heer staat te komen!