Laodicea vandaag,

Morgen zal in meer dan 2000 kerken in 48 landen worden stilgestaan bij de wereldwijde christenvervolging. Dat doen zij door in hun kerkdienst het lied ‘Facing a Task Unfinished’ (Eén Naam is onze hope) te zingen. De Anglicaanse bisschop Frank Houghton maakte het lied in 1929 om tenminste 200 zendelingen te motiveren om naar China te gaan, ook al dreigde in dat land vervolging. Honderden gaven aan die oproep gehoor en daarmee konden vele inwoners van dat grote land bereikt worden en gehoor geven aan de stem van het evangelie. Het voortouw om het lied te laten zingen komt van OMF International, een interkerkelijke zendingsorganisatie. Men hoopt ‘dat dit lied ertoe zal bijdragen dat wereldwijd christenen zich zullen verenigen. Toen het oorspronkelijke lied negentig jaar geleden werd geschreven, inspireerde het veel zendelingen. Dat doet het ons nog steeds, ook wanneer wij met vervolging en martelaarschap te maken hebben.’

Dit sympathieke doel komt enkele weken nadat Open Doors weer zijn jaarlijkse Ranglijst Christenvervolging deed opmaken, waaruit nog eens bleek dat er jaarlijks zo’n 7000 christenen worden vermoord vanwege hun geloof. Nu blijkt gelukkig en Gode zij dank, dat waar vervolging heerst, nog steeds geldt dat het bloed der martelaren het zaad der kerk vormt, want over het algemeen groeit het aantal christenen in de gebieden waar vervolging plaatsvindt. Dat is trouwens niet het geval in het Midden-Oosten. In landen als Irak en Syrië worden christenen niet alleen vermoord, maar ook weggejaagd en zijn velen op de vlucht vanwege het oorlogsgeweld. Dit feit zorgde ervoor dat er iets unieks gebeurde: de leiders van de Rooms Katholieke en (Russisch) Orthodoxe kerk ontmoetten elkaar in het neutrale Cuba, meer dan een millennium nadat het grote Schisma in 1054 had plaatsgevonden. In hun gemeenschappelijke verklaring drongen de twee prelaten er bij de internationale gemeenschap op aan om alles in het werk te stellen om verdere verdrijving van christenen in de regio te voorkomen. De paus en de patriarch schreven eveneens dat ze hoopten dat hun ontmoeting christenen waar ook ter wereld zou inspireren tot eenheid. Maar dat gold niet voor hun tweeën. De gelovigen uit hun denominaties zullen weinig van toegenomen eenheid merken en van een fusie is al helemaal geen sprake. Hun oorspronkelijke verschillen van mening blijven bestaan (de twee belangrijkste zijn de status van de paus als universeel kerkleider en het zgn. filioque, of de Heilige Geest alleen van de Vader uitgaat, of van de Vader en de Zoon).

Natuurlijk kunnen we het alleen maar toejuichen dat twee belangrijke christelijke kemphanen elkaar weer wilden ontmoeten en met elkaar spraken. Ook gedeelten uit hun verklaring kunnen we onderschrijven, zoals dat ze hun zorg uitspreken over ‘seculiere maatschappijen’ die, verwijderd van God en Zijn waarheid, de religieuze vrijheid zouden willen ondergraven en christenen naar de marge van de samenleving verdrijven. Daarnaast wordt de rol van het ‘natuurlijke gezin’ benadrukt en men zet zich af tegen abortus en euthanasie.

Tegelijkertijd wordt de wereld weer geconfronteerd met de verscheurdheid van het Lichaam van Christus, waardoor aan Gods waarheid afbreuk gedaan wordt. Niet voor niets bad de Heer: ‘Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen een zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt’ (Joh.17:20,21). En niet voor niets zijn er sinds 1830 door apostolische kerken altijd oproepen gedaan om elkaar te vinden in de waarheid van de Schrift en de leer der apostelen. Want de vraag van Christus staat nog steeds overeind: ‘Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde’ (Luc.18:8)? Dat is niet zomaar een van de vele geloven die christenen omarmen. Maar dat is het geloof, zoals het in het begin van de christelijke kerk, voordat er allerlei meningen van mensen konden ontstaan en veranderingen werden ingevoerd, werd gesticht door de eerste apostelen. De aloude paden waar Jeremia reeds naar verwees: ‘Zo zegt de HERE: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel’ (Jer.6:16).

We zijn verheugd ook op deze plaats aan te kunnen kondigen dat D.V. op 21 mei a.s. de jaarlijkse ontmoetingsdag, die we al weer voor de vijftiende keer organiseren, als thema heeft ‘Als Hij komt, zal Hij nog geloof vinden?’ We kunnen ons dan verenigen rondom Zijn Woord en met elkaar bespreken welke die oude paden zijn, waarop de Heer ons verwacht te wandelen. De Una Sancta, de Ene kerk van Christus, staat centraal en Hij, de Koning van de kerk, Die onze ene Hoop is en de enige Naam onder de hemel gegeven waardoor wij zalig kunnen worden.