Laodicea vandaag,

Op deze tweede dag van het Kerstfeest vieren we nog steeds de geboorte van onze Heer en Heiland, al weer ruim 2000 jaar geleden en mogen we gedenken dat Hij vlees werd. In Jes. 9:6 lezen we letterlijk: ‘een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.’ De geboorte van Jezus Christus is dus een geschenk aan de mensheid omdat Hij ons gegeven is! Want, zoals het volgende vers luidt: ‘Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.’ God gaf perspectief, uitzicht op een rechtvaardig bestaan in eeuwigheid voor allen die dat geschenk uit Zijn hand willen aannemen. Dus zeker valt er iets te vieren, want Christus is Degene Die de vrede op aarde zal aanbrengen op de bestemde tijd.

‘Het Loofhuttenfeest is een voorafschaduwing van het Kerstfeest, waarop wij zowel de eerste komst gedenken van Gods Zoon, Die hier op aarde in ons vlees Zijn hut of tabernakel heeft opgeslagen (Joh.1:14), alsook in blijde hoop uitzien naar Zijn tweede komst in heerlijkheid, wanneer de tabernakel Gods onder de mensen geopenbaard zal worden (Op.21:3),’ schrijft de apostolische herder Ludwig Albrecht.
Zo gezien is het dwaasheid het Joodse Loofhuttenfeest mee te vieren op de daarvoor bestemde dagen, meestal in september, zoals hoe langer hoe meer christenen doen. Het Joodse volk gedenkt dan de dagen dat men in de woestijn gedurende veertig jaar in tenten moest wonen. Tegelijkertijd is het een uitzien naar de tijd dat de HERE Koning zal zijn over de ganse aarde (Zach.14:9), waarna we in vers 16 lezen: ‘Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren.’ Het Loofhuttenfeest is dus werkelijk een voorafschaduwing van Kerst, zoals verwoord door Albrecht.
Christus is ons gelijk geworden door ons vlees aan te nemen, maar ons ook voorgegaan door na Zijn opstanding met een verheerlijkt lichaam de hemel binnen te gaan, vanwaar Hij komen zal om Zijn eeuwig Rijk te stichten.

Daarom hebben wij christenen ons eigen Loofhuttenfeest als we vieren dat onze Heer en Heiland geboren is in Bethlehem. Daar is Zijn aardse tent zichtbaar geworden. Apostel Paulus kon schrijven: ‘Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis. Want hierom zuchten wij: wij haken ernaar met onze woonstede uit de hemel overkleed te worden, als wij maar bekleed, en niet naakt, zullen bevonden worden. Want wij, die nog in een tent wonen, zuchten bezwaard, omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven worde verslonden. God is het, die ons juist daartoe bereid heeft en die ons de Geest tot onderpand gegeven heeft. Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed, ook al weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den vreemde zijn’ (2Kor.5:1-6). Het is Christus Die door de weg te gaan van een kribbe naar een kruis voor ons de mogelijkheid geopend heeft om eenmaal dat gebouw van God te verkrijgen en de aardse tent in te wisselen.

Op de Roomse kerkelijke kalender is Tweede Kerstdag de dag van de diaken Stefanus die gestenigd werd nadat hij gezegd had: ‘Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods’ (Han.7:56). Al was wat hij zag de werkelijkheid, zijn toehoorders konden het niet aanhoren: ‘zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als een man op hem los.’ Het is in onze tijd niet anders, want is de periode niet aangebroken waarvan 2Tim.4:3,4 leert: ‘Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren…’ Stefanus was de eerste christelijke martelaar en velen zijn hem gevolgd en zullen hem nog volgen want ook het derde wee moet komen (Op.11:14).

Het is duidelijk dat de vrede van Jeruzalem nog niet is nedergedaald vanuit de hoge. De kerk van Christus heeft nog immer te strijden tegen alle wind van leer, veroorzaakt door de boze overheden en machten in de hemelse gewesten. Maar onze Heer heeft ons Zijn voorbeeld nagelaten, de wereld overwonnen en we kunnen met Ps.27:5,6 gedenken: ‘Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij; daarom wil ik in zijn tent offeren offers met geschal, ik wil zingen, ja psalmzingen de HERE.’ Er zal nog ontkoming mogelijk zijn van de toekomende toorn, de oordelen Gods (Luc.21:36). Wie zal de Here daartoe waardig keuren?