Laodicea vandaag

Op de vraag of de PKN in 2025 nog zou bestaan, antwoordde de Haarlemse dominee René van der Rijst onder meer: ‘Ja, natuurlijk! Weliswaar in een andere vorm, tenminste: dat hoop ik toch wel. De kerk van nu is ook niet hetzelfde als de kerk van 10 jaar geleden. Als het goed is gaat ook een kerk met de tijd mee. Mijn droom voor de toekomst van de Protestantse Kerk is dan ook dat de kerk veel meer in de wereld staat.’ Dat de kerk met de tijd moest meegaan, kwam, niet verwonderlijk, in de kop van het interview, dat vorige week te lezen was op de website cvandaag.nl. Je hoort het vaker, want waar velen de kerk verlaten, wordt vooral door degenen die weggaan de schuld gegeven aan het missen door de kerk van de tijdgeest. Het is een prettige gedachte voor dezulken, want zij denken een goede reden te geven voor hun vertrek. Dat volgens hen de kerk met al haar opvattingen niet meer in deze tijd past, is echter een grondige misvatting. Daarmee plaatst men de tijdgeest boven alles wat de kerk van alle eeuwen leert en leerde: Gods Woord is de basis van het geloof en de enige grondslag. Die Bijbel leert namelijk heel andere dingen.
Onze tijd is vergelijkbaar met die van Jeremia, die moest optreden tegen alle veranderde opvattingen van zijn dagen en het oordeel van de Heer aankondigen over degenen die Hem verlaten hadden. Wat lezen we in Jer.6:16:17: ‘Zo zegt de HERE: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan. Ook heb Ik wachters over u gesteld: Luistert naar het geklank der bazuin; maar zij zeggen: Wij willen niet luisteren.’ De wet was in Jeremia’s tijd zo ongeveer buiten werking gesteld en zijn die oude, vertrouwde paden voor ons en onze tijd niet aangelegd door dienaren en gelovigen in de begintijd van de kerk, een tijd waarin ook die tijdgeest niet bepaald zat te wachten op een rein en heilig, godzalig leven, zoals voorgeschreven in Gods Woord naar de leer der apostelen? Lees alleen maar de brieven aan de Korintiërs, waar de apostel waarschuwt voor allerlei zaken die in die stad speelden en invloed hadden op de gelovigen. Het is tegenwoordig niet anders, vandaar dat we waken moeten en bidden. Opdat we niet in verzoeking vallen!

Dat deze laatste dagen zware tijden geven zouden, is ons niet onbekend. Paulus kon Timotheüs schrijven: ‘de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God’ (2Tim.3:2-4). We herkennen vast meerdere eigenschappen van onze tijd. De mensen in de wereld pleiten ervoor al die volgens hen ouderwetse en Bijbelse voorschriften los te laten, omdat volgens hen die regels afgedaan hebben. Ook christenen moeten modern zijn. Maar onze Schepper is niet veranderd. Hij wordt in 1Sam.15:29 de Onveranderlijke genoemd en Jakobus noteert in 1:17: ‘Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.’ Hoezo zou dan Zijn kerk zich moeten aanpassen aan een bepaalde tijd?
Let wel, we pleiten er niet voor om niet na te denken over onze vormen van communicatie. God is niet veranderd noch de inborst van de mens, maar er zijn wel nieuwe mogelijkheden gekomen. Uiteindelijk draait christen zijn om trouw te zijn aan God en om lief te hebben. Als eerste geldt de liefde tot God. Boven alles! Dat betekent Zijn geboden bewaren. Liefde is niet alles goed vinden wat maar in de mens opkomt. We hebben te onderzoeken wat Gods Woord, toch ook gegeven om een maatschappij te creëren waar vrede en gerechtigheid heerst, voorschrijft. Het evangelie is een kracht Gods tot behoud (Rom.1:16). Vasthouden aan die blijde boodschap is een voorwaarde om het eeuwige leven te verkrijgen, waarin elkeen gelukkig zijn zal. Niet met de huidige tijdgeest meegaan is een verdienste. Het is de waarheid dat God de wereld geschapen heeft en een aantal leefregels gegeven, waardoor we dicht bij Hem kunnen blijven. Daarnaast heeft Hij Zijn Zoon gegeven om ons, zondige mensen, met Hem te doen verzoenen, waardoor we de gelukzaligheid kunnen beërven. De moderne mens is het zicht op die waarheid kwijtgeraakt en loopt op de ongebaande wegen van hartstocht en verderf. Het is ons christenen opgedragen, die tijdgeest te bekampen en het voorbeeld te geven van rein- en heiligheid, van onderlinge liefde, opdat hen niet ontgaat dat de Christus te komen staat: want dit ‘moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen, en zeggen: Waar blijft de belofte van zijn komst?’ (2Pet.3:3). De oude en onvervalste boodschap is dat Jezus terug zal komen. Wij geloven dat dit niet meer zo lang zal duren. En zo schrijft de apostel Paulus aan zijn leerling Timotheüs: ‘Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap: verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting’ (2Tim.4:1,2). Wijze woorden.