Laodicea vandaag,

Morgen is het Micha-zondag, een initiatief van zo’n 500 kerken en organisaties uit 83 landen. Deze beweging gaat uit van de bekende tekst uit Micha 6:8: ‘Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.’ Op de website van Micha Nederland lezen we: ‘Vanuit die tekst roepen we op om stelling te nemen tegen onrecht, dichtbij en veraf. Niet vanuit schuldgevoel maar vanuit een besef van genade.’ Dit kunnen we natuurlijk alleen maar sympathiek vinden, beseffend dat miljoenen mensen het slechter hebben dan wijzelf in het rijke westen door armoede, ziekten, honger, oorlog en wat we nog meer aan ellende kunnen bedenken. Eigenlijk moet dan elke dag een Micha-dag zijn, want we mogen als christenen ook elke dag beseffen dat we uit genade leven, dat we bevoorrecht zijn de Heer te kennen en nog een gerust en stil leven te kunnen leiden. Tezelfdertijd weten we dat zulks voor al die lijdenden in de wereld niet geldt. We kunnen de hele wereld niet op onze schouders nemen, maar in ieder geval de nood van de wereld in het gebed bij Hem brengen, Die in staat is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te creëren en tot die tijd nog velen te helpen en te ondersteunen. Dat is toch onze dienst…

Deze komende Michazondag staat de tekst uit Mar.10:32-45 centraal, waarvan de laatste drie verzen luiden: ‘Gij weet, dat zij, die regeerders der volken heten, heerschappij over hen voeren, en hun rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het echter onder u niet. Maar wie groot wil worden onder u, zal uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, zal aller slaaf zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.’ Het is de oproep van de Heer aan Zijn volgelingen om de minste te (willen) zijn, om werkelijk de naaste te dienen en niet voortdurend bezig te zijn met hoe we zelf ons een weg kunnen banen in de wereld opdat we het maar goed hebben, of de baas te kunnen spelen en ons verheffen boven anderen. Allemaal menselijke, natuurlijke trekjes die we vaak kunnen waarnemen bij de groten van deze aarde! Nee, ‘gij geheel anders’ (Ef.4:20). En Paulus schrijft de Korintiërs (in 2Kor.3:3) te tonen een brief van Christus te zijn, ‘niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafelen van vlees in de harten.’ De Kerk of gemeente is dus die brief, geschreven door de prediking van het evangelie in de harten van de gelovigen. Elk mens heeft recht op die goede boodschap dat men zich kan verlaten op de hulp en genade van de Heer; Hij heeft immers hemel en aarde gemaakt! Laten we dus als christenen elke dag beseffen welke liefde ons omringt en proberen die liefde door te geven en de Geest van God te volgen, ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.’ Die wereld verandert in rap tempo, maar dat mag niet gelden voor christenen als het zout der aarde. Wij moeten smaak blijven geven en bederfwerend zijn.

Dat de wereld verandert blijkt ook uit ons belangrijkste Nederlandse woordenboek, waar nieuwe woorden bijkomen, maar waaruit ook andere woorden verdwijnen. Dat betekent dat bepaalde christelijke uitdrukkingen en metaforen langzamerhand uit het woordenboek verdwijnen. Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke van Dale vertelde, zoals we konden lezen op de website cvandaag : ‘Met de vertaling van de Bijbel in gewoon Nederlands, worden traditionele termen als genade en goedertierenheid niet meer gebezigd.’Niet de genade verdwijnt, maar het gebruik van het woord. Dat toont ons dat het klimaat in Nederland verandert. Er heeft wel eens iemand gezegd: ‘Dat woord genade is slechts zes letters, maar de betekenis ervan kunnen we niet of nauwelijks vatten; dat is zo veelomvattend en Gods liefde is zo onmetelijk dat het ons verstand te boven gaat.’ Toch kunnen we iets van die ons betoonde genade demonstreren aan de wereld door ons te bekommeren om hen die het zwaar en moeilijk hebben, veraf of dichtbij. Dan voldoen we ook aan de geest van de Michatekst: ‘recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met God.’ Zonder Hem kunnen we niets doen en van Hem mogen we Zijn zegen altijd afsmeken.