Laodicea vandaag,

‘Wachter, wat is er van de nacht?’ We lezen deze vraag in Jes.21:11. Als we ingespannen waken in deze wereld die hoe langer hoe duisterder geworden is, vergeten we wel eens te bedenken voor wie en wat we wakker en wakende blijven. Het antwoord van de wachter uit Jesaja luidt: ‘Morgen komt, maar ook nacht.’ De morgen is aanstaande als het licht, Jezus Christus, geopenbaard wordt.  Op Hem wachten we, maar tot het zover is, wordt het alleen maar donkerder. De nacht valt en grote duisternis is aanstaande. Daar kunnen we ons op concentreren en bang rond ons blijven kijken. Komt de vijand er nog niet aan? Maar we kunnen ons ook concentreren op de God Die Liefde is en waarvan Ps.19 spreekt: ‘De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen.’ Als we lezen over hoe groot het heelal is en als we beelden zien van dat immense hemelgewelf, mogen we ons realiseren hoe groot de macht van God is, want Hij is Ontwerper en Uitvoerder van dat alles. Bang hoeven we niet te zijn, want immers alles is in Zijn hand.Staande op de wachttoren en uitziende naar de komst van de Here Jezus, worden we gewaar dat wat Paulus schreef aan de Colossenzen (en Laodiceeërs) waar is: ‘Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn’ (Col.3:1,2).

Dat hoeft niet alleen geestelijk te zijn. Ja we kunnen ons verwonderen om de dingen die in Zijn Woord staan opgetekend en daarover nadenken. Dat zal ongetwijfeld leiden tot wederliefde ten opzichte van die machtige God Die onze Vader wil zijn. Maar het boek der natuur laat ons eveneens Zijn liefde en grootheid zien: ‘zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien,’ schrijft Paulus aan de Romeinen (1:20). We kunnen worden geïmponeerd door wat er rondom is, van heel erg klein tot verschrikkelijk groot.

In het dagblad Trouw stond deze week een interview met de hoogleraar astronomie Heino Falcke. We lezen: ‘Wanneer hij met zijn telescoop de ruimte in kijkt, vindt hij ook inspiratie voor zijn geloof. “Alles is zo mooi en geordend. Is het toeval dat wij in een heelal leven waar menselijk leven mogelijk is? Heeft dit alles een grotere betekenis?’ De hoogleraar blijkt een christen te zijn, die ook afgelopen week een lezing op de Radboud Universiteit gaf, met als titel ‘Tussen de sterren’. Wat hij wilde: mensen uitnodigen om ‘mee op reis te gaan door het heelal’, zijn verwondering delen, stilstaan bij ‘de schoonheid en de grootheid van alles’. Elders[1] lezen we: ‘Hoe meer de hoogleraar ontdekt van het heelal, hoe geloviger hij wordt. ‘Jesaja noemde de sterrenhemel “onmetelijk”, en hij heeft het ook over de grootheid van God. Ons perspectief op het heelal wordt door de moderne sterrenkunde steeds groter. Dus wat je in de Bijbel leest over grootheid, is steeds beter te bevatten. Daardoor groeit ook ons besef van de almacht van God. Des te meer we leren, des te kunstzinniger wordt de schepping.’

De dingen die boven zijn, betreffen de dingen van Christus, die gezeten is aan de rechterhand Gods, ‘want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen’ (Col.1:16). Als we genieten van Zijn werken doen wij iets goeds. We begrijpen dan hoe langer hoe beter ‘hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat’ (Ef.3:18,19). Waartoe? De tekst vervolgt met: ‘Opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.’

Laten we Zijn eer zoeken en Hem verwachten. Maranatha.


[1] http://www.habakuk.nu/opinies/item/4166-wauw-hoe-doet-hij-dat?utm_medium=twitter&utm_source=twitterfeed