Laodicea vandaag,
De komende week is er weer gelegenheid om uw stem uit te brengen. Het gaat dan om het kiezen van de Gemeenteraad en een referendum. Wij willen graag het volgende onder uw aandacht brengen. Wij geloven in God en wij willen zo nauwgezet mogelijk naar de Heilige Schrift, de Bijbel, leven en een bepaalde roeping in deze wereld vervullen.
Wij vragen u de juiste houding aan te nemen inzake het democratische stemmen. Uitgangspunt moet dan zijn wat Gods Woord ons zegt. In de eerste christelijke tijd, het tijdvak van Éfeze, is duidelijk, dat de kerk ook zonder de steun van de wereldlijke macht kon bestaan. Zelfs kon bloeien en groeien, al stond de overheid vijandig tegenover haar. Het was duidelijk de bedoeling geweest van de Heer Jezus, dat de geestelijke en wereldlijke macht in handen van verschillende personen zouden blijven berusten onder Hem als onzichtbaar Hoofd, totdat Hijzelf bij Zijn wederkomst in heerlijkheid, de koninklijke en priesterlijke macht in Zijn eigen handen zou verenigen. De overgang van de koninklijke macht in de handen van christenen zou dan een zegen zijn gebleven voor het christelijk volk, wanneer de koningen voorgangers van het volk waren geweest zoals koning Hizkia door de Heer genoemd werd (2 Kon. 20:5) en zij zich hadden beperkt tot bescherming van de kerk. Overigens ook als eenvoudige leden van de gemeente aan de geestelijke macht onderworpen waren gebleven; zoals bijvoorbeeld Ambrosius als bisschop (opziener) van Milaan keizer Theodosius openlijk bestrafte en tot boete dwong en ook de geestelijken zich voor overtredingen in wereldse zaken aan de straffen van de overheid onderworpen hadden geacht. Maar de begeerte en het streven om de wereldlijke en geestelijke macht in één persoon te verenigen, hetgeen niet aan een mens maar alleen aan priester-koning Jezus Christus in het rijk der heerlijkheid is voorbehouden, dat streven alleen al, heeft veel onheil over Christus’ kerk gebracht. Daardoor is er immers, vanaf dat eerste tijdvak, een worsteling ontstaan tussen kerk en staat om de opperheerschappij. Was nu de staat aan de kerk onderworpen, zoals in het pausdom, dan weer de kerk aan de staat, zoals in het protestantisme. Thans leven wij ook voor het geestelijke leven in een moeilijke tijd, daar de satan zo dikwijls in allerlei stelsels en leringen zich vertoont als een engel des lichts. Vanwege de toespitsing van al deze dingen, heeft de Mond der Waarheid reeds gezegd: ‘Indien Ik de dagen niet verkorten zal, geen vlees zou behouden worden’. Vooral waakzaamheid is ons dus geboden. Temeer, daar wij nu leven in het tijdvak van Laodicea, hetgeen betekent ‘volksregering’ of ook wel het ‘volksgericht’. De grote Hogepriester bad in Zijn gebed (Johannes 17:15): ‘Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaard van de boze’. De boze is dus nog ín deze wereld. Want de Here Jezus heeft de slang wel verslagen, maar vernietigd is hij nog niet. Straks, bij de aanvang van het rijk van vrede op de aarde, wordt Genesis 3:15 eindelijk volkomen en volledig vervuld; de kop der slang vermorzeld en deze geworpen in de poel des vuurs. Maar ondertussen verheft hij zijn kop nog boven de wereld. Hij is nog ‘de god dezer eeuw’ (2 Kor.4:4) en de ‘overste dezer wereld’. Maar wij weten dat alle macht in hemel en op aarde is gegeven aan de Heer Jezus Christus. Wat er dus nu nog op aarde onder een volksregering en door satan geschiedt, is onder toelating van de Zoon van God. Daarom werkt satan ook in deze onze tijd met verdubbelde woede en kracht. Temeer daar hij weet dat zijn tijd nog maar kort is. Want de Heer zal Zijn volle macht ontplooien wanneer Zijn Koninkrijk op aarde gesticht is. Thans is één van de Openbaringen, dat de boze als een draak wordt aangeduid en zien wij een beest uit de zee opkomen, aan hetwelk de draak macht gaf, ja, zelfs zijn troon. Uit de Schrift blijkt op verschillende plaatsen, dat koninkrijken of wereldmachten door beesten worden voorgesteld. Daarop zullen wij niet stemmen, want wij hebben voor Christus gekozen. Maran-atha.