Laodicea vandaag,

De laatste tijd is donorregistratie voor veel Nederlanders het onderwerp van gesprek, aangezien orgaandonatie met het aannemen van de nieuwe donorwet afgelopen week door de Tweede Kamer verplicht is. Dit feit heeft veel stof doen opwaaien, omdat veel mensen nog met vragen over de wijziging van de wet zitten. Het resultaat is gelijk, dat inmiddels bijna 4500 mensen aangegeven hebben dat zij hun organen niet (meer) beschikbaar willen stellen. Men is namelijk automatisch donor als men niets doet. Men moet zich dus laten registreren als zijnde ‘geen donor’. De overheid zal over deze keuze iedereen benaderen. Reageert iemand niet, dan komt er “geen bezwaar” te staan in het donorregistratiesysteem. Zoals geschreven kunnen er vele vragen zijn, zoals wilsbekwaamheid van de donor, minderjarige kinderen, dementerende mensen en verstandelijk gehandicapten. Hoe staat het met de onaantastbaarheid van het eigen lichaam in de grondwet? Maar ook praktische zaken moeten duidelijk gemaakt worden. Zoals: als men sterft moet dan het lichaam eerst nog naar het ziekenhuis om te doneren; hoe gaat het met mensen, die zgn hersendood zijn; wanneer vinden er transplantaties plaats en hoe is het beschikbaar stellen voor de wetenschap geregeld? Vele vragen zijn er nog, die beantwoord moeten worden. Wie krijgt over al deze zaken de regie? Wij wensen, dat dit alles tot zegen mag zijn. De mens hoopt steeds weer op een betere tijd, hetgeen een bewijs is dat hij niet in een volmaakte staat is. Men zoekt verandering en verbetering. Mensen die ziek zijn, en een transplantatie van een orgaan moeten ontvangen om nog verder (redelijk) te leven, staan vaak lange tijd op een donorlijst, met soms het verdrietige slot van jong te sterven. Met transplantatie hoopt men het onontkoombare einde uit te stellen. De werkelijke oorzaak van ziekte en dood wordt door velen niet onderkend. De Bijbel, het Boek van de almachtige God, schrijft ons van de schepping van de mens en van de zondeval van de mens, dat is: het ongehoorzaam zijn aan God. Te luisteren naar de boze. Dat heeft ons moeite en verdriet gebracht met als gevolg de zwakheid van het lichaam en de geest; ziekte en dood. Maar God heeft ons ook een betere tijd beloofd. Er is een Redder gekomen. Dat is Gods Zoon, de Heer Jezus Christus, Die voor onze zonde, als een Lam, gestorven is aan het kruishout op Golgotha. De gekruisigde Heiland stond op uit de grafspelonk. Hij verrees ten derde dage, waarmee Hij de onsterfelijkheid aan het licht heeft gebracht. De Heer is ten hemel gevaren en zal alzo weder komen tot eeuwig heerlijk leven van Zijn liefhebbers. Het heerlijk Evangelie van deze blijde boodschap klinkt nog steeds over de wereld. Het betekent dat er een heerlijke toekomst zal komen waarin wij, die geloven, een onsterfelijk lichaam zullen ontvangen bij de wederkomst van Christus. Daarom bidden wij, zoveel als mogelijk, dat de Heer ons in deze wachtenstijd zegent met gezondheid naar lichaam, ziel en geest. En als heenwijzing naar de onsterfelijkheid mogen ook wij de Heer in ons huidige leven vragen in gebed bij ziekte en onvolkomenheid, dat Hij ons geneest. Bovendien mogen wij nog steeds tot Hem via Zijn dienaren gaan om handoplegging te vragen ter genezing en/of zalving met heilige zalfolie ter gehele overgave aan de heilige wil van de Heer, ten leven of ten dode. Moeten wij desondanks toch nog een kruis dragen, dan weten wij dat wij altijd in Gods hand zijn, Die op Zijn tijd en wijze ons leidt en bestuurt en brengt een verheerlijkt lichaam, dat geen ziekte en dood meer zal kennen. Daarna verlangen de getrouwen van levenden en ontslapenen om een onsterfelijk en zondeloos lichaam te ontvangen. Dan is er geen donorsysteem meer nodig. Maran-atha.