Laodicea vandaag,

Wij willen uw aandacht vestigen op de grote veranderingen vandaag de dag in kerk en staat, waarmee wij willen aantonen dat er gevaar dreigt voor het geestelijk leven. Bovendien wordt dan duidelijk dat wij in de laatste tijd leven voor de wederkomst van Christus op aarde.

Wij behoeven alleen maar de voorzeggingen over die tijd uit de Heilige Schrift te lezen en wij zien duidelijk in wat voor tijd wij nu leven. En dan gaat het niet over een bepaald voorval of een incident, maar in alle onderdelen van het leven zijn er tekenen die aantonen dat de wereld God verlaat en Hem kwijt raakt, dat wil zeggen: zonder perspectief, zonder uitzicht en dus ook zonder hoop.

 

In deze tijd is er in het ‘gewone leven’ sprake van een grote woningnood. Terwijl er veel gebouwd wordt, zijn dat er jaarlijks nog ca. 100.000 te weinig. Hierbij niet inbegrepen de kamernood van studenten en andere sociale minima; mensen met een laag inkomen. Ook noemen wij niet de slechte staat van (nog steeds) vele oude woonwijken en de wantoestanden op het gebied van huisvesting. Er worden veel woningen onbewoonbaar verklaard. Ook in het gaswinningsgebied is veel schade aan woningen ontstaan. Al met al blijkt, dat door de bevolkingsgroei, de komst van vluchtelingen, de vergrijzing, enz. er een spanningsveld is ontstaan waardoor kamer- en woninghuur ook nog eens naar ongekende huurprijs is gestegen. Vooral de grote steden in het westen van het land hebben daar last van. En dan spreken wij in dit blog maar niet over de verkoopprijzen van huizen en de huur in de zgn. vrije sector. Nog nooit wordt er zoveel gevraagd én betaald voor woonruimte, hetzij huur of koop. Het zal ons dus niet verbazen dat veel zoekende mensen adverteren met

 

WOONRUIMTE GEVRAAGD

 

Maar duidelijk is ook dat de woningnood nog wel even blijven en misschien wel nooit opgelost zal worden. Weinig goede vooruitzichten en hoop derhalve.

 

Dit neemt niet weg, dat wij in ons geestelijk leven wel de mogelijkheid hebben om woonruimte te hebben, te zijn en te bezitten. Een woonruimte van God. Allereerst in de kerkgemeente, waar de Zoon van God, Christus, de Heer der heerlijkheid, in Zijn Heilige Geest tot de gemeente is gekomen. Deze gemeente is de woonruimte van iedere gelovige. Deze woonruimte biedt hoop, liefde en genade. Iedereen kan een woonruimte zijn van de Heilige Geest. En bij God is er geen woningnood. Hij heeft vele woningen, die Hij bereidt voor de eeuwige, heerlijke toekomst. Nu mag iedere gedoopte en verzegelde al het pand, de borg, ontvangen van deze toekomstige woning. De in  Christus gelovige gestorven mens heeft een woonruimte in het heropende paradijs. Die geestelijke woning kunnen wij kopen zonder geld en prijs. Ieder mens heeft dus woonruimte en is zelf ook woonruimte. Want in Colossensen 3:16a lezen wij: ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u.’ De Heer Jezus is en wil de Bewoner van ons hart zijn. Hij vraagt toegang en ingang voor Zijn Woord. Hij staat aan de deur en Hij klopt. Hij zoekt woning. En bovendien wil Hij in die woning geheel en al verblijven en werken. En het behoeft in eerste instantie geen mooi huis te zijn. Neen, hij zoekt het nederige, het bescheidene. Een stal gaf Hij als voorbeeld. Klein en nietig. Er wordt nog steeds op het antwoord van de mens gewacht. Het is nog steeds Advent: Hij komt! Daarom: geef de Heiland een woning in uw hart en laat Hem op alle ruimte beslag leggen.

Maran-atha.